Peter

peter

“Karate is de rode draad door mijn leven. Als vader, politieman, mens en als karateka.

Ik beoefen(de) geen karate om bekers, medailles of andere “plastieken” souvenirs te verzamelen. Zo heb ik er al veel gezien! Zien komen, maar ook zien gaan!

‘k heb weliswaar bescheiden kampioenschappen gewonnen, waar ik best trots op ben. Oost-Vlaams, Vlaams en Universitair Belgisch kampioen mag ik mij noemen. Ben ik daardoor een betere karateka? Ik denk het niet.

Als 7-jarige knul ben ik met de budosport in contact gekomen. Ik was samen met mijn ouders op een sociale samenkomst in één of andere school, waar er een podium was. Die namiddag op dat podium was er een club die een demonstratie “krijgskunst” kwam geven. En wat was de zevenjarige Peter onder de indruk. Dadelijk zei ik tegen mama, “dit wil ik doen”! ik wist nog niet eens wat het was. Achteraf bleek het Jiu Jitsu te zijn. Jaren heb ik getraind in de club AJK(academie voor Japanse krijgskunsten) – Fujiyama, die gelegen was in een zaal in de Lavendelstraat te Gent. Dat huis/pand bestaat nog, maar ik vermoed dat het nu voor andere doeleinden(VZW) wordt gebruikt.

De Jiu Jitsustijl die ik heb beoefend, is een stijl die dicht aanleunt bij de traditionele krijgskunsten, destijds onderwezen in Japan. De trainingen waren hard, de leermeesters waren streng, maar kordaat en rechtvaardig. Ik herinner mij nog steeds mijn eerste les, ik lag te wenen, want ik wist niet wat mij toen overkwam, zo’n discipline die er van iedere beoefenaar werd gevraagd. Eén van de sempai’s kwam mij geruststellen en ik was gebeten door de budosport. Om u de hardheid even te schetsen. Vanaf blauwe band, werd er getraind met ‘blanke’ messen (echte!!) en echte houten matrakken en stokken. Ik beoefende toen de traditionele Jiu Jitsu & BO-Jitsu (stokvechten). Niemand, buiten de beoefenaars, mocht de dojo betreden. De ouders niet, zelf de vrouw van de hoofdlesgever niet. De dojo was heilig terrein. Prachtige tijden, die dojo ademde toen ‘krijgskunst’ uit. Moeilijk te beschrijven. Als kind evenmin goed te begrijpen toen. Maar het heeft mij toch enige (zelf)discipline bijgebracht.

Na jaren Jiu Jitsu te hebben getraind, en in de ban van Bruce Lee, ben ik toen op zoek gegaan naar een karateclub, ik wou ook iets met de “benen” kunnen doen. Net als Bruce Lee ;-). Na een zoektocht kwam ik in contact met Akiyama, die toen gelegen was in de Vrouwebroerstraat te Gent. Mijn allereerste karateleraar was toen, rarara, Yves DE NEVE.

Toen was hij vele jaren jonger & minder lelijk ;-), maar ik ondervond hem toen als een gedreven karateleraar. Toen Yves na jaren lesgeven in Akiyama, een eigen club in Gent en Laarne was begonnen, was ik al vertrokken en gaan trainen richting Berlare, bij Jean-Pierre Buyle, club Kusanku. Deze waar Noël nu de hoofdlesgever is.

Bij Jean – Pierre heb ik heel veel van karate geleerd! Hij was tevens een leerling van Dimitra, en alzo ben ik bij haar terechtgekomen. Jean – Pierre en ikzelf hebben jaren deel uitgemaakt van de nationale selectie kata, bij BKF, afdeling VKA. Jaren heb ik getraind bij Dimitra en haar entourage, Dirk HEENE, François VAN BINST, Taji KASE, zeg maar de WSKA. Medio de jaren 90, ben ik door mijn wedstrijdverloop op internationaal niveau (als subtopper) in contact gekomen met de toenmalige wereldkampioen, Michaël Milon. Een fenomeen!! Jaren aan een stuk heb ik sporthallen in Europa platgelopen, om karate te trainen, zowel met Milon, als andere kampioenen en grootmeesters. Ik kan zeggen en stellen dat ik les heb gekregen, toen, van de besten van de Wereld. Ik heb in die tijdsperiode karate geleerd met de grote “K”.

Natuurlijk werd ik een dagje ouder, vader en heb ik toen door o.a. familiale redenen mijn trainingen drastisch moeten verminderen. Niettegenstaande trainde ik nog op zeer regelmatige basis, maar ’t was veel minder.

Terug via de entourage van Dimitra, die medio de jaren 90 in Gent woonde, kwam ik in contact met Suat. Suat was Wereldkampioen Kickboks en Savate (ook bekend als Frans boksen, een Europese gevechtssport gebaseerd op verschillende soorten schoptechnieken). Suat heeft een club in het Gentse aan Sint-Anna. En alweer was ik gebeten door een andere microbe, die van het kickboksen en Engelse boks. Verschillende jaren heb ik toen gebokst en gekickbokst. Heb weliswaar geen wedstrijden gestreden, niettegenstaande het mij regelmatig werd gevraagd. Nee, ik was toen de mentale periode voorbij, dat mijn beleving van krijgskunst aan het afglijden was naar ‘vechtsport’.

Pas op! Mij niet verkeerd verstaan. Maar ik vind dat de noemer ‘vechtsport’ een negatieve bijklank geeft aan de beoefening van krijgssporten/kunsten. Zoals Engelse boks de “Noble art” wordt genoemd.

De stijl van karate die ik tracht te geven, is gericht naar de traditionele beleving. Karate als zelfverdediging met een vleugje sportbeleving en lichaamsontwikkeling. Ik zal nooit het pedagogische aspect vergeten bij het onderwijzen van karate! Ik probeer de beoefenaar duidelijk te maken dat men nooit volmaakt is als karateka en dat karate veel meer is dan het vergaren van bekers, toeters en bellen! Karate is voor mij, zoals Gichin Funakoshi het citeerde:
Karate, “My way of life”!

Ik beoefen sinds 1977 martiale kunst, in 2010 zal het 33 jaar zijn. De perfectie zal ik nooit bereiken, maar ‘k voel zoveel liefde voor ‘mijn karatebeleving’.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s